
Wel naar de kerk, niet zingen?
Bij de diensten in juni
We keken er naar uit, om naar de kerk te mogen. Ik als dominee ook, om weer met u en jullie samen te kunnen vieren. We zijn dus blij dat de kerkdeuren op 7 juni open gaan. Maar het is nog niet helemaal wat we hoopten… Er zijn veel beperkingen, zoals een maximum aantal mensen en de onderlinge afstand die we moeten houden. En dan: te moeten reserveren voor een plekje in Gods huis! Het gaat lijnrecht in tegen alles waar we als kerk voor staan. Die regels zijn op dit moment wel nodig en daarom houden we ons eraan, uit verantwoordelijkheidsbesef voor elkaar. Maar toch: dit is niet hoe het hoort.
Niet zingen!? Eén van de zwaarste beperkingen is: dat het ons ontraden wordt om samen te zingen. Er wordt momenteel onderzoek gedaan naar de besmettingsrisico’s bij zingen. In afwachting hiervan zijn we voorzichtig. Bij de online diensten hebben we dat opgelost met solozang. Dat blijven we nog even doen. Echter: wat voelt het onnatuurlijk om wél naar de kerk te gaan, maar níet met elkaar te kunnen zingen!
Zingen = geloven. Het was een van de verworvenheden van de Reformatie, dat Calvijn en Luther de gemeente lieten zingen. Al zingend geven wij als gemeente antwoord op het Woord van God. Al zingend vragen wij, danken wij, loven wij, bidden wij, smeken wij. Kortom: al zingend geloven wij. Soms dwars door de twijfel heen. Niet zingen in de eredienst is daarom een grote tegenstrijdigheid.
Zingen heft je op. Dat leert de ervaring. Je kan als mens zo vastzitten in somber gepieker en in kringetjes van verdriet. Maar als je zingt moet je omhoog kijken, word je blik verruimd: hé, ik ben niet alleen, er zijn anderen om mij heen, er is een God die hoort! Bij het zingen trillen niet alleen de stembanden, maar ook de snaren van je hart. Het lucht je letterlijk op.
Zingen bindt samen. Zingen kan natuurlijk ook thuis in je eentje (vooral doen!). Maar: zingen bindt ook sámen. Je beseft weer dat je niet op je eentje kunt en hoeft te geloven, maar dat je je gedragen mag weten door de gemeente, ja door de kerk der eeuwen. De psalmen van Israel, de soms eeuwenoude gezangen van de kerk en de nieuwere liederen reiken ons woorden en melodieën aan: zing maar mee, doe maar mee in het grote koor!
We blijven zingen! Wie mee wil zingen, moet dat dus nog even thuis doen, bij de laptop of de tv. Ja, ik weet het, we kunnen allerlei alternatieven verzinnen voor in de diensten, en dat doen we ook. We zijn erg blij met de zangers en muzikanten die ons voorgaan in de lofprijzing. Maar de pijn blijft dat het nu even niet sámen kan. Ik blijf erop hopen, dat het binnenkort wel weer kan. (En mág!) (Ja, móet!)
Ds Coen van Alphen